Alpines Fahrverhalten (AFV) / Alpine Basic Position (ABP)

Het “Alpines Fahrverhalten” (AFV) of de “Basic Alpine Position” (BAP) is een fundamentele skitechniek die de basis vormt voor alle skistijlen, van beginners tot gevorderden. Het is essentieel om een goede lichaamshouding en bewegingen te hebben om controle, balans en stabiliteit op de ski’s te behouden. Hier is een uitleg van de AFV/BAP volgens de methodische opbouw van de Oostenrijkse skileraar verbanden.

🎿 Lichaamshouding:

  • Sta rechtop met je voeten op heupbreedte.
  • Houd je knieën licht gebogen en parallel aan elkaar.
  • Zorg voor een rechte rug en kijk vooruit naar de afdaling.
  • Houd je gewicht centraal en verdeel het gelijkmatig over beide ski’s.
  • Ontspan je schouders en armen voor een optimale controle.

🎿 Bewegingen:

Stand en balans:

  • Begin met een stabiele en evenwichtige positie op de ski’s.

Glijden:

  • Maak glijdende bewegingen zonder ski’s te kanten om vertrouwd te raken met de sensatie van het glijden op sneeuw.

Basis bochten:

  • Leer de basisbochten door eenvoudige bewegingen van je voeten en knieën te maken, zodat je geleidelijk de ski’s kunt laten kanten.

Parallelle bochten:

  • Ga vanuit de basisbochten over naar het parallel skiën, waarbij je beide ski’s gelijktijdig kantelt en de bochten soepeler worden.

Carven:

  • Bij het carven kantel je je ski’s tot de randen volledig in de sneeuw bijten, waardoor je scherpe en nauwkeurige bochten kunt maken zonder te slippen.

Skiracen:

  • Voor skiracen is een dynamische en agressievere AFV/BAP nodig om maximale snelheid en precisie te behouden.

🎿 Gebruik in verschillende skistijlen:

  • Beginners: De AFV/BAP wordt gebruikt om stabiliteit en controle te behouden terwijl ze basisbochten leren en de berg verkennen.
  • Gevorderden: In parallelle lange bochten kunnen skiers de AFV/BAP verfijnen om vloeiende bochten te maken en snelheid te beheersen.
  • Carvers: Bij het carven is een precieze AFV/BAP cruciaal om de ski’s effectief te laten snijden zonder uit de bocht te slippen.
  • Skiracers: Skiracers passen de AFV/BAP aan voor maximale kracht en snelheid om het meeste uit hun raceprestaties te halen.

Kortom, het Alpines Fahrverhalten (AFV) of de Basic Alpine Position (BAP) vormt de basis voor een veilige en gecontroleerde ski-ervaring, ongeacht het skiniveau of de skistijl. Het beheersen van deze techniek is van vitaal belang voor een succesvol en plezierig wintersportavontuur. 🏂❄️

Oefeningen

Hier zijn enkele oefeningen, zowel voor standoefeningen als glijoefeningen, om de AFV of BAP te oefenen en te trainen opbouwend van eerste stappen op ski’s tot het niveau van een gevorderde skiër:

Standoefeningen:

  1. Basispositie: Sta rechtop met je voeten op heupbreedte, knieën licht gebogen en armen ontspannen langs je lichaam. Houd deze positie vast en voel je balans op de ski’s.
  2. Enkelbewegingen: Beweeg je enkels op en neer terwijl je de rest van je lichaam stabiel houdt. Dit helpt je om de druk op de randen van de ski’s te voelen.
  3. Kniebuigingen: Buig langzaam je knieën en zorg ervoor dat ze boven je tenen blijven. Strek je knieën vervolgens weer uit naar de basispositie. Herhaal dit om kracht in je benen te ontwikkelen.
  4. Armpositie: Oefen het vasthouden van je armen in de juiste positie voor skiën – licht gebogen en ontspannen, klaar om te balanceren en te sturen.
  5. Til om de beurt de achterkant van je linker- en rechterski op.
  6. Ga haaks op de hellingshoek van de berg staan en probeer zijwaarts naar boven te lopen door eerst de bergski en daarna de dalski te heffen.

Glijoefeningen:

  1. Glijden op vlak terrein: Glijd op vlakke sneeuw terwijl je je gewicht centraal houdt en je ski’s parallel houdt. Oefen het behouden van je evenwicht tijdens het glijden.
  2. Hef tijdens het glijden om de beurt de achterkant van de berg- en dalski.
  3. Maak tijdens het glijden kleine spongetjes met beide ski’s gelijktijdig door ALLEEN de achterkant van de ski’s te heffen.
  4. Ploegdraaien: Maak langzame bochten door je knieën te buigen en de druk naar de buitenkant van de bocht te verplaatsen. Dit helpt je om de basisbeweging van bochten maken te begrijpen.
  5. Parallelle bochten: Probeer geleidelijk over te gaan van ploegdraaien naar parallel skiën, waarbij je beide ski’s gelijktijdig kantelt en bochten soepeler worden.
  6. Carven: Oefen met het maken van nauwkeurige bochten zonder te slippen door je ski’s volledig op hun randen te kanten en je lichaam laag te houden.
  7. Gevorderde glijtechnieken: Probeer skiracen-technieken zoals korte snelle slalombochten om je AFV/BAP te verfijnen voor maximale kracht en snelheid.

Het is belangrijk om deze oefeningen op te bouwen volgens je vaardigheidsniveau en geleidelijk over te gaan naar meer geavanceerde technieken naarmate je meer vertrouwen krijgt op de ski’s. Vergeet niet dat regelmatig oefenen en het nemen van skilessen bij een professionele skischool je vaardigheden verder zullen verbeteren en je zullen helpen om de AFV of BAP te beheersen als een gevorderde skiër. Veel succes en geniet van het skiën! 🎿❄️

Assenparalleliteit

Achsenparallelität, ofwel de paralleliteit van assen, is een belangrijk concept in de skitechniek waarbij denkbeeldige assen door de enkels, knieën, heupen en schouders van een skiër evenwijdig aan elkaar blijven terwijl hij/zij bochten maakt op de berg. Het behouden van deze paralleliteit zorgt voor stabiliteit, een optimale gewichtsverdeling over de ski’s en helpt bij het behouden van een goede houding tijdens het skiën.

Laten we de verschillende assen beschrijven:

  1. Enkelas: De denkbeeldige as die door beide enkels loopt, blijft parallel aan de hellingshoek van de berg. Dit zorgt ervoor dat de enkels kunnen buigen en strekken om de ski’s te kantelen en bochten te maken.
  2. Knieas: De denkbeeldige as die door beide knieën loopt, blijft evenwijdig aan de enkelas. Dit zorgt voor een gelijkmatige druk op beide ski’s en voorkomt dat een van de ski’s wegglijdt in de bochten.
  3. Heupas: De denkbeeldige as die door beide heupen loopt, blijft evenwijdig aan de enkel- en knieassen. Dit helpt bij het behouden van een stabiele en evenwichtige lichaamshouding op de ski’s.
  4. Schouderas: De denkbeeldige as die door beide schouders loopt, blijft parallel aan de enkel-, knie- en heupassen. Dit helpt bij het behouden van de richting en controle tijdens het skiën.

Hoe deze assenparalelliteit te oefenen en te verbeteren:

  1. Standoefeningen: Begin met eenvoudige standoefeningen waarbij je je bewust bent van je lichaamshouding en de positie van je enkels, knieën, heupen en schouders. Zorg ervoor dat ze in lijn zijn en evenwijdig aan elkaar.
  2. Spiegeltechniek: Gebruik een spiegel om jezelf te observeren tijdens het skiën. Let op de stand van je lichaam en de assen tijdens het maken van bochten.
  3. Video-analyse: Neem video’s van jezelf terwijl je skiet. Analyseer de beelden om te zien hoe goed je de paralleliteit van assen kunt behouden tijdens het skiën.
  4. Bewuste focus tijdens het skiën: Houd tijdens het skiën bewust de paralleliteit van assen in gedachten. Probeer het te voelen en corrigeer indien nodig je houding terwijl je bochten maakt.
  5. Skilessen: Neem skilessen bij een professionele skischool waar instructeurs je kunnen begeleiden en feedback kunnen geven over je skitechniek, inclusief de paralleliteit van assen.

Door regelmatig te oefenen en bewust te zijn van de paralleliteit van assen tijdens het skiën, zul je je stabiliteit verbeteren, een betere gewichtsverdeling op je ski’s bereiken en je algehele skitechniek verfijnen. Dit zal leiden tot een veiligere, efficiëntere en plezierigere ski-ervaring op de pistes.